Hypotheek DGA van de BV: weg ermee?

Auteur: Monique van Es

10 maart 2020

We zijn inmiddels al een aardig eindje op weg in het jaar 2020 en het startsein voor het doen van onze aangifte inkomstenbelasting 2019 is alweer gegeven. Meer en meer zal duidelijk worden wat de gevolgen zijn van de afbouw van de aftrek van de “grondslag-verminderende” posten. Het tarief waartegen deze posten in aftrek kunnen worden gebracht, wordt gefaseerd teruggebracht. In 2019 bedraagt het aftrekpercentage 49%. De aftrekposten zijn in 2020, met 3 procentpunten minder, nog maximaal in aftrek te brengen tegen 46%.

Het betreft de volgende posten:

  • Persoonsgebonden aftrek (waaronder giften en de partneralimentatie);
  • TBS-vrijstelling;
  • MKB-winstvrijstelling;
  • Ondernemersaftrek;
  • Aftrekbare kosten eigen woning.

Laatstgenoemde post heeft ook consequenties voor de vele directeur-grootaandeelhouders (hierna: DGA’s) die hun eigen woning hebben gefinancierd door middel van een hypotheek bij hun eigen BV. Ditzelfde geldt ook voor DGA’s die een financiering voor de eigen woning van hun kinderen via de BV hebben verstrekt. Tot nu toe was dit een aantrekkelijke manier van fiscale planning. Immers: één en ander was fiscaal aantrekkelijk doordat sprake was van renteaftrek in privé, gecombineerd met een aantrekkelijke belegging in de BV. Het fiscale voordeel hiervan is evenwel omgeslagen in een nadeel.

 

Hierbij een voorbeeld ter verduidelijking:
Stel: een DGA leent € 500.000 van zijn BV voor een eigen woning met een WOZ-waarde van
€ 1.000.000 tegen een rente van 2,5%. De DGA betaalt in dat geval € 12.500 rente per jaar. Het eigenwoningforfait bedraagt € 1.000.000 * 0,60% = € 6.000. In 2020 is de door de DGA betaalde hypotheekrente, zoals gezegd, aftrekbaar tegen maximaal 46% inkomstenbelasting. Dit levert de DGA een teruggave op van € 2.990.

Hier staat een gecombineerde heffing tegenover van vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. De BV is namelijk 16,5% vennootschapsbelasting (bij een belastbaar bedrag van de BV tot € 200.000) verschuldigd over de door haar ontvangen rente. Als vervolgens het resultaat naar privé wordt uitgekeerd, is de DGA ter zake hiervan 26,25% aanmerkelijkbelangheffing (inkomstenbelasting) verschuldigd van € 2.749. Er is sprake van een gecombineerde heffing van € 4.802. Er is dus sprake van een fiscaal nadeel van € 1.812 in 2020. Als bij de BV sprake is van een belastbaar bedrag van € 200.000 of meer, bedraagt (tarief 25%) de gecombineerde heffing zelfs € 5.469. In dat geval is sprake van een fiscaal nadeel van € 2.479 in 2020.

De aftrek van de hypotheekrente wordt verder afgebouwd met 3 procentpunten per jaar, tot in 2023 de aftrek nog 37,05% (het tarief van de eerste schijf) bedraagt. Daarbij zal sprake zijn van een verhoging van het aanmerkelijkbelangtarief tot 26,9%. Hoewel het tarief voor de vennootschapsbelasting met ingang van 2021 zal worden verlaagd naar een tarief van 15% (eerste schijf) respectievelijk 21,7% (tweede schijf), zal bij overigens gelijke fiscale regelgeving ieder jaar sprake zijn van een fiscaal nadeel bij financiering van de eigen woning door middel van een hypotheek bij de eigen BV.

Mede gezien de huidige lage rentestand- welke op termijn weer zou kunnen stijgen- kan het financieel en fiscaal aantrekkelijk zijn de huidige hypotheek bij de BV over te sluiten naar een bank. Met de voor de BV vrijgekomen liquiditeiten zou de BV vervolgens ervoor kunnen kiezen dit geld op een andere manier te beleggen waarmee een hoger rendement kan worden behaald. De manier waarop is uiteraard afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de DGA.

Heb je vragen of wil je meer weten, neem gerust contact met ons op via 088-3210860 of via onderstaand contactformulier. Wij helpen je graag!

Monique van Es