De fiscale gevolgen van recreatieve verhuur

26 mei 2020

Voor veel Nederlanders zitten grote vakantieplannen er niet in dit jaar. Terwijl je na weken thuiswerken en thuisblijven met het hele gezin juist nu behoefte hebt aan vakantie. Gelukkig voelt een weekje in een ander huis of in een andere omgeving ook als vakantie. Maar wat zijn eigenlijk de fiscale consequenties wanneer je jouw huis (gedeeltelijk) verhuurt voor vakantiedoeleinden? In deze blog behandelen wij drie veelvoorkomende situaties.

Eigen woning
In box 1 worden de inkomsten uit werk en woning belast. In dit kader wordt met een woning bedoeld, een eigen woning. Om aan de eigen woningdefinitie te voldoen, moet het gaan om een woning, woonboot of woonwagen die jou anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. De tuin, het tuinhuis en de garage behoren hier ook toe; dit zijn zogenaamde aanhorigheden.

Situatie 1: Tijdelijk verhuren van de eigen woning

Wanneer de gehele eigen woning tijdelijk wordt verhuurd, zijn de huurinkomsten voor 70% in box 1 belastbaar (na aftrek van de eventuele vergoeding voor gas en elektra). De rente die je op je hypotheek betaalt blijft aftrekbaar. De verhuur moet wel een tijdelijk karakter hebben, de regeling geldt namelijk alleen voor de situatie dat je als eigenaar te zijner tijd weer in je woning gaat wonen (denk bijvoorbeeld aan woningruil).

Als je een kamer in je eigen woning over hebt, kun je deze verhuren voor vakantiedoeleinden om zo een extra zakcentje te verdienen. Verhuur je tijdelijk een gedeelte van je eigen woning, dan vallen de huurinkomsten in beginsel binnen het eigenwoningforfait. Dit betekent dat de huurinkomsten niet belast zijn. De rente die je betaalt op je hypotheek blijft aftrekbaar. Het is niet mogelijk kosten in verband met de verhuur af te trekken. Dit geldt niet alleen voor een kamer in je woning, maar bijvoorbeeld ook voor de verhuur van je tuinhuisje.

De Belastingdienst vindt overigens dat ook de inkomsten voor de gedeeltelijke verhuur van de eigen woning voor 70% belastbaar zijn in box 1. De rechter is het niet met de Belastingdienst eens. Het hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, zal hierover een uitspraak moeten doen.

Situatie 2: Permanente verhuur van de eigen woning

De inkomsten in verband met permanente verhuur van een gedeelte van de eigen woning zijn als gevolg van de kamerverhuurvrijstelling (max € 5.506) niet belast. Voor de kamerverhuurvrijstelling is vereist dat zowel de eigenaar als de kamerhuurder op het adres zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Bij tijdelijke verhuur voor vakantiedoeleinden wordt hieraan niet voldaan. Onlangs heeft een Hof echter geoordeeld dat deze vrijstelling ook bij tijdelijke verhuur via Airbnb kan worden toegepast.

Situatie 3: Verhuren van de ‘niet eigen woning’

Wanneer de woning niet voldoet aan het begrip ‘eigen woning’ worden de inkomsten op een andere manier belast. De min of meer passieve kamerverhuur is belast in box 3. In box 3 zijn de huurinkomsten niet belast en kosten zijn niet aftrekbaar. De belasting wordt geheven op basis van een fictief rendement over de waarde van de woning. De schulden worden in mindering gebracht op de waarde van de woning.

Als de verhuur echter gepaard gaat met aanvullende leveringen en diensten (bijvoorbeeld Bed & Breakfast), dan is in beginsel sprake van inkomsten uit arbeid. De verhuurinkomsten minus de kosten kunnen in box 1 onder winst uit onderneming vallen wanneer er aan de ondernemingscriteria wordt voldaan. Wordt er niet aan de criteria voldaan? Dan zijn de huurinkomsten belast als resultaat uit overige werkzaamheden. In beide gevallen worden de inkomsten tegen het progressieve tarief van box 1 belast.

De wijze waarop inkomsten uit de tijdelijke verhuur van je eigen woning worden belast is in beweging. Wil je meer informatie over de fiscale gevolgen van het verhuren van een woning? Neem dan gerust contact met ons op via 088-3210800 óf door middel van onderstaand contactformulier.