Minister Adriaansens (EZK) informeert de Eerste Kamer en de Tweede Kamer over hoe het kabinet de moties heeft opgepakt ten aanzien van ondernemers in schrijnende omstandigheden, binnen de coronasteunregelingen NOW en TVL. De moties die door de Kamer inmiddels zijn aangenomen, zijn:
Dat de kaders van de generieke steunmaatregelen ook ondernemers hebben uitgesloten van steun, is een onvermijdelijk gegeven. Interessant is dat in de kamerbrief wordt opgemerkt dat het kabinet zowel binnen de TVL als de NOW, ondernemers in uitzonderlijke omstandigheden op basis van het evenredigheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 3.4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de mogelijkheid bieden deze tegemoet te komen. Het komt er concreet op neer dat van regels afgeweken kan worden, als de gevolgen van een besluit onevenredig nadelig zijn in verhouding tot het met een besluit te dienen doel. Binnen de TVL heeft zich dit vertaald in de Commissie voor Bijzondere Gevallen. Wij hebben meerdere malen een beroep gedaan op het evenredigheidsbeginsel. Helaas is onze ervaring dat zeer zelden een beroep op het evenredigheidsbeginsel wordt gehonoreerd en dat de RVO doorgaans (en in onze ogen zelfs “tegen beter weten in”) vasthoudt aan de geldende regelgeving. Gelet op de opmerking in de kamerbrief adviseren wij ondernemers die “onterecht” worden uitgesloten van de coronasteunregelingen, een beroep te doen op het evenredigheidsbeginsel. Niet geschoten is in ieder geval altijd mis!