Je mag jezelf als directeurgrootaandeelhouder (DGA) van je BV gedurende 2020 tijdelijk een lager maandloon uitkeren, als de coronacrisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van de BV.
Pas aan het einde van het jaar moet de BV het gebruikelijk loon over geheel 2020 vaststellen en in de aangifte loonheffingen vermelden. Omdat de impact van de coronacrisis op de BV pas aan het einde van 2020 duidelijker is, mag het gebruikelijk loon over geheel 2020 dus achteraf bepaald worden. Jij en je BV mogen het tijdelijke lagere loon zonder toestemming vooraf van de Belastingdienst overeenkomen.
Verlaging gebruikelijk loon bij omzetdaling
DGA’s mogen in 2020 tijdelijk van een lager loon uitgaan, in verhouding tot de omzetdaling van hun bedrijf.
Het gebruikelijk loon over 2020 wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:
gebruikelijk loon 2020 = gebruikelijk loon 2019 * (omzet jan-apr 2020 / omzet jan-apr 2019)
Voorwaarden
Aan deze verlaging met toepassing van de formule zijn voorwaarden verbonden:
Geen terugwerkende kracht
In 2020 al uitbetaald loon aan de DGA kan niet met terugwerkende kracht worden verlaagd. De BV mag het loon van de DGA alleen voor de toekomstige maanden in 2020 verlagen.
Aangifte loonheffingen
Bij verlaging van het maandloon vermeldt de BV in de aangiften loonheffingen het loon dat de DGA heeft genoten, inclusief het eventuele loon in natura (bijvoorbeeld privégebruik van een auto of fiets).
Uiterlijk aan het einde van 2020 (of als dat eerder is het einde van de dienstbetrekking), bepaalt de BV wat het gebruikelijk loon voor het jaar 2020 is. Heb je te weinig loon van de BV genoten, dan moet het verschil nog als loon worden aangeven.