BV als vaccin tegen aansprakelijkheid

Auteur: Dirk Hiemstra

10 september 2020

Het coronavirus heeft de wereld flink opgeschud. Ook in Nederland, van het Financieel Dagblad tot Shownieuws, wordt nog dagelijks een groot deel van de actualiteit bepaald door het virus. Eén van de vragen die momenteel in deze context bij het ondernemende deel van ons land speelt, is: ‘Hoe beperk ik mijn privé-aansprakelijkheid?’

Hoewel er zeker ook ondernemers zijn die de afgelopen tijd kansen konden pakken, is het duidelijk dat de economie flink te lijden heeft onder het virus en dat veel ondernemers het moeilijk hebben. Een aantal van hen zal het niet redden en failliet gaan. Voor degenen die hun onderneming via een eenmanszaak, V.o.f. of maatschap drijven, betekent het faillissement van de onderneming ook het faillissement van de ondernemer in privé. Wie zijn onderneming daarentegen via een B.V. exploiteert, is in beginsel niet privé aansprakelijk voor ondernemingsschulden.

Moet je dus als ondernemer als de wiedeweerga je onderneming inbrengen in een B.V.? Nee, dit ligt genuanceerder.

Wie vanuit eenmanszaak, als maat of als firmant een zakelijke verplichting aangaat, blijft hiervoor ook na de inbreng in een B.V. in privé aansprakelijk. In theorie kun je crediteuren vragen of ze je na de inbreng in privé vrijwaren, maar geen crediteur zal hiermee akkoord gaan. Hun verhaalsmogelijkheden worden hierdoor namelijk enorm beperkt. In de praktijk zullen dergelijke crediteuren zich eerst verhalen op het vermogen van de failliete B.V.; voor zover dit ontoereikend is, zullen ze aankloppen bij de ondernemer in privé. Voor verplichtingen die zijn aangegaan na het moment van omzetting geldt in beginsel dat alleen de B.V. aansprakelijk is. Op termijn wordt de privé-aansprakelijkheid dus wel beperkt.

Voor de verplichtingen die ontstaan zijn na de inbreng, kan de ondernemer nog in een beperkt aantal gevallen in privé worden aangesproken. Veelvoorkomend is de situatie waarin de ondernemer zich in privé, al dan niet tot een bepaalde hoogte, borgstelt voor de schulden van de B.V. Vooral banken eisen dit vaak. Het is zaak hier kritisch op te zijn, omdat dit niet altijd nodig is. In ieder geval kan een borgstelling niet leiden tot een onverwachte aansprakelijkheidsstelling, omdat je hier als ondernemer zelf voor getekend hebt. Dat ligt anders bij bestuurdersaansprakelijkheid.

In geval van onbehoorlijk bestuur kunnen bestuurders van een failliete B.V. door de curator aansprakelijk gesteld worden voor schulden van deze B.V. Daarbij gaat het om degenen die feitelijk het bestuur uitoefenen. Je kunt dit dus niet uitsluiten door een andere B.V. als bestuurder te benoemen. Voor belastingschulden geldt bovendien onder andere de fictie dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur als de B.V. niet tijdig (binnen twee weken nadat de belasting betaald had moeten zijn) bij de belastingdienst gemeld heeft dat zij niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Dit leidt in de praktijk tot onnodige aansprakelijkheidsstelling en onnodige faillissementen van bestuurders. Oefen jij als ondernemer jouw onderneming al wel via een B.V. uit? Doe dan in dergelijke situaties tijdig een melding!

Meer weten over de inbreng van je onderneming in een B.V. of over het voorkomen van privé-aansprakelijkheid? Neem gerust (vrijblijvend) contact op via 088-3210800 of door middel van onderstaand contactformulier.

Dirk Hiemstra